Invloed van voeding en supplementen op het zenuwstelsel
Bij de woorden ‘beweging’ en ‘mobiliteit’ denk je misschien niet meteen aan het zenuwstelsel. Maar om goed te kunnen bewegen is een optimaal functionerend zenuwstelsel noodzakelijk. De juiste vitaminen en mineralen ondersteunen én herstellen het zenuwstelsel.
Voedsel is niet alleen brandstof voor onze dagelijkse activiteiten, het verschaft ons ook de benodigde nutriënten voor bijvoorbeeld spier- en zenuwherstel. In dit artikel lees je welke 11 vitaminen, mineralen en zuren belangrijk zijn voor ons zenuwstelsel.
Inhoudsopgave
Zenuwstelsel en mobiliteit
Het zenuwstelsel is essentieel voor mobiliteit. Samen met onze spieren, botten en gewrichten maakt het zenuwstelsel beweging mogelijk. Signalen worden van de hersenen via het ruggenmerg naar zenuwuiteinden gestuurd en vice versa. In- en externe informatie wordt verzameld, verwerkt en geïnterpreteerd. Hierop volgt een reactie: een beweging bijvoorbeeld. Vitamines en mineralen in onze voeding – maar ook aminozuren en vetzuren – beïnvloeden ons zenuwstelsel.
Zenuwstelsel versterken met vitamine B
Vitamine B is onmisbaar voor het zenuwstelsel. Maar waar is vitamine B goed voor? In het bijzonder zijn het de vitamines B1, B6 en B12 die bijdragen aan een gezond zenuwstelsel. Heb je een tekort aan deze vitamines? Dan kan dit leiden tot neurologische klachten. Tintelingen en trillende handen bijvoorbeeld. De neurotrope vitamines B1, B6 en B12 werken nauw samen om het zenuwstelsel van energie te voorzien en het soepel te laten functioneren. Ook helpen deze B-vitamines bij het herstel van zenuwvezels en zenuwfuncties. Neurotroop betekent dat de vitamines zich op het zenuwweefsel richten.
1. Vitamine B1
Vitamine B1 – ook wel thiamine genoemd – helpt het zenuwstelsel gezond te houden. Zenuwen gebruiken veel energie. Energie die het zenuwweefsel niet kan opslaan. Daarom heeft het weefsel een constante toevoer van energie nodig. Vitamine B1 speelt een belangrijke rol bij de omzetting van koolhydraten in de energie die zenuwcellen nodig hebben om optimaal te functioneren en gezond te blijven. Maar ons lichaam maakt vitamine B1 niet zelf aan. Het is dan ook noodzakelijk dat we de vitamine via ons voedsel binnenkrijgen. Vitamine B1 zit in vlees, groenten, noten en graan.
2. Vitamine B6
Vitamine B6 – ook bekend als pyridoxine – draagt bij aan de effectieve overdracht van signalen van zenuwvezels. De vitamine is essentieel voor gezonde zenuwen. De vitamine helpt het lichaam om cruciale neurotransmitters te produceren. Neurotransmitters zijn chemische boodschappers die berichten van de hersenen doorgeven aan cellen in het lichaam. Vitamine B6 zit in allerlei voedingsmiddelen, zoals peulvruchten, aardappelen, graanproducten, zonnebloempitten, avocado’s, kool en spinazie.
3. Vitamine B12-tekort
Net als vitamine B6 is vitamine B12 – ook cobalamine genoemd – belangrijk om zenuwen gezond te houden. Vitamine B12 draagt bij aan het regenereren van zenuwvezels en het herstel van zenuwbeschadigingen. B12 helpt ons lichaam bij het maken van nieuwe cellen, waaronder zenuwcellen. Zonder vitamine B12 kan het lichaam bovendien geen rode bloedcellen aanmaken. Een vitamine B12-tekort kan ertoe leiden dat je zenuwcellen hun myelinelaagje verliezen. Onbedekte zenuwbanen kunnen blijvende schade oplopen. De beschermende coating helpt bij de overdracht van signalen en het soepel vervoeren van boodschappen. Bij een vitamine B12-tekort zijn er verschillende symptomen. Zo kan het tekort er bijvoorbeeld voor zorgen dat je tintelende vingers krijgt of zelfs gevoelloosheid ervaart. Maar ook geheugenverlies, spierpijn en een verslechterende coördinatie – dat weer kan leiden tot een verminderde mobiliteit – zijn oorzaken van een vitamine B12-tekort. Voor mensen is het onmogelijk om vitamine B12 uit planten op te nemen. Vitamine B12 komt voor in zuivel, vlees en eieren.
Effect elektrolyten op spieren en zenuwen
Elektrolyten zijn zouten die nodig zijn voor noodzakelijke functies van het menselijk lichaam. Zo reguleren elektrolyten de zenuw- en spierfunctie. Ook zorgen ze voor een evenwichtige bloeddruk, hydratatie en herstel van beschadigd weefsel. Heb je een elektrolytentekort? Dan kun je moe zijn of verward, maar ook hoofdpijn of kramp krijgen. Voorbeelden van drie belangrijke elektrolyten zijn magnesium, calcium en kalium.
4. Magnesium
Magnesium is een mineraal dat onder andere in spinazie, pompoenzaad, amandelen en avocado’s voorkomt. De elektrolyt zorgt ervoor dat de hoeveelheid calcium in de verschillende weefsels in balans blijft. Het mineraal is ook van belang voor een goed functionerend zenuwstelsel. Zo speelt het een rol in de prikkeloverdracht tussen (zenuw)cellen. Ook zijn er aanwijzingen dat een magnesiumtekort een rol speelt bij chronische pijn, depressie en angstklachten. Uit onderzoek blijkt bovendien dat de kwaliteit van beweging afneemt als mensen depressief zijn.
5. Calcium
Calcium helpt bij de pompfunctie van het hart. De elektrolyt draagt namelijk bij aan de overdracht van signalen door de uitlopers van de zenuwcel. Dankzij calcium kunnen spieren samentrekken. En alsof dat nog niet genoeg is, is calcium ook betrokken bij geheugenvorming, metabolisme en celgroei. Krijg je onvoldoende calcium binnen? Dan kun je kramp krijgen, maar ook tintelingen in ledematen ervaren, zoals in je vingers. Je vindt calcium in zuivelproducten als kwart, yoghurt, kaas, melk en kefir. Minder bekend is het feit dat calcium in bladgroente zit en in broccoli, tofu en amandelen.
6. Kalium
Spieren hebben de juiste hoeveelheid kalium nodig. Kalium – ook wel potassium genoemd – is namelijk betrokken bij de signalen die worden uitgezonden door onze spieren. Het zenuwstelsel heeft kalium nodig om signalen op de juiste manier over te dragen. Is je kaliuminname onvoldoende, dan kunnen je spieren verzwakken. Ook kan kramp ontstaan en ben je eerder moe. Een bekende bron van kalium is banaan. Maar kalium zit ook in koffie, brood, linzen, rozijnen, gedroogde abrikozen, aardappelen en vleeswaren.
Antioxidanten en het zenuwstelsel
Vrije radicalen, daar heb je vast eerder van gehoord. Een stukje scheikunde: Vrije radicalen zijn moleculen die een elektron missen. Hierdoor zijn ze instabiel en reageren ze snel met andere stoffen. Kortgezegd zijn vrije radicalen bijproducten van ons lichaam. Ze ontstaan bij een normale stofwisseling, maar ook als iemand rookt of in de zon ligt. Heeft iemand ontstekingen, dan kunnen er ook vrije radicalen worden gevormd. Maakt het lichaam te veel vrije radicalen aan, dan ontstaat oxidatieve stress. Hierdoor kunnen cellen afbreken met onder meer rimpels, hoofdpijn, slechte ogen, spierpijn of geheugenverlies als gevolg.
Volgens onderzoek is ook schade aan het zenuwstelsel mogelijk. Een teveel aan vrije radicalen kan worden teruggedrongen met antioxidanten. Antioxidanten zijn moleculen die aan een vrije radicaal een molecuul kunnen doneren, waardoor deze stabiliseert. De vrije radicaal is daardoor niet langer schadelijk. Vitamine E, C en selenium zijn antioxidanten waarvan de werking wetenschappelijk is aangetoond.
7. Vitamine C
Vitamine C heeft een positieve invloed op het zenuwstelsel. Onze hersenen zijn een grootverbruiker van vitamine C. De concentratie van de vitamine is in de hersenen vele malen hoger dan die in de rest van het lichaam. Ook speelt de vitamine – net als vitamine B12 – een rol bij de vorming van het myelinelaagje om de neuron. Het neuron wordt beschermd en de impulsoverdracht versnelt. Dit alles maakt vitamine C essentieel voor cognitieve prestaties. Ook speelt vitamine C een rol bij de synthese van verschillende neurotransmitters. De vitamine is nodig om dopamine om te zetten in serotonine en helpt het bij regulatie van de afgifte van neurotransmitters in zenuwcellen.
8. Vitamine E
Uit onderzoek is gebleken dat zebravissen die onvoldoende vitamine E toegediend kregen, een misvormd brein en zenuwstelsel ontwikkelden. Hoewel je het niet meteen zou verwachten, hebben de genen van dit specifieke dier diverse overeenkomsten met die van de mens. Dit betekent dat de bevindingen ook op mensen van toepassing kúnnen zijn. Vitamine E komt veel voor in voedsel, zoals hazelnoten, zonnebloempitten, avocado’s, amandelen en olijven. Meer onderzoek is nodig om erachter te komen welk effect vitamine E precies op het zenuwstelsel heeft.
9. Selenium
Het spoorelement selenium of seleen is belangrijk voor goed functionerende hersenen. In het brein beschermt selenium tegen onder andere oxidatieve stress en ontstekingen. Selenium helpt zware metalen uit de voeding minder schadelijk te maken. Het antioxidant is ook belangrijk voor een goede werking van de schildklier. Selenium zit vooral volkoren producten, vlees, vis, eieren, zuivel, groenten en fruit. Neem je te veel selenium in? Dan kan dit het tegengestelde effect hebben en juist zenuwschade veroorzaken.
Vetzuren en aminozuren en zenuwstelselherstel
9. Omega 3-vetzuren
Omega 3-vetzuren zijn meervoudige onverzadigde vetzuren. Deze vetzuren zitten in vette vis, zoals makreel, zalm en haring. Ook vind je ze in eieren en groenten, waaronder veldsla en postelein. Walnotenolie, lijnzaadolie en koolzaadolie zijn ook belangrijke bronnen van omega 3-vetzuren. Omega-3 speelt een rol bij de ontwikkeling van zenuwen en de verbindingen tussen zenuwen, maar ook het onderhouden van belangrijke processen als de bloedverzorging van de hersenen.
10. L-tryptofaan
Serotonine is een chemische stof in de hersenen die de stemming kan beïnvloeden. L-tryptofaan is een aminozuur dat belangrijk is voor de aanmaak van serotonine in het lichaam. Serotonine wordt ook wel het gelukshormoon genoemd. L-tryptofaan is dan ook de sleutel tot de hersenfunctie en speelt een rol bij een gezonde slaap. Het eten van voedsel dat het aminozuur bevat kan het lichaam helpen meer serotonine aan te maken. Tryptofaan is een aminozuur dat voorkomt in eiwitrijke voeding. Denk aan melk, pinda’s en chocolade. Ook zit het in kikkererwten, bananen, pruimen en zaden. Tryptofaan heeft koolhydraten nodig om de hersenen te kunnen bereiken en serotonine aan te maken.
Invloed dieet op zenuwcellen
Een uitgebalanceerd dieet geeft je lichaam de vitaminen en mineralen die nodig zijn om je zenuwen in goede conditie te houden. Naast beweging, ontspanning en een goede nachtrust beïnvloedt voeding namelijk het zenuwstelsel. Een dieet met te weinig eiwitten, mineralen of vitamines, kan ertoe leiden dat er onvoldoende neurotransmitters worden gevormd. Daarom is een goede voeding gebaseerd op groenten, fruit, volkoren graanproducten aangevuld met producten die volwaardige eiwitten leveren en hoogwaardige vetproducten. Eet je gevarieerd, dan is aanvulling met supplementen vaak niet nodig. Sommige geneesmiddelen kunnen echter tekorten veroorzaken. Daarnaast kunnen veganisten en vegetariërs baat hebben bij aanvulling met voedingssupplementen.